Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Laat hen zich niet verblijden over mij, die mij om [31]valse oorzaken vijand zijn; [noch] [32]wenken met de ogen, die mij [33]zonder oorzaak haten. 31. Hebr. leugen, of, valsheid, valselijk; Dat is, om de valse oorzaken, gelijk hfdst.38 vs.20, en hfdst.69 vs.5. 32. Dat is, mij spijtig en spotachtig aanzien, mij dreigende, alsof zij wilden zeggen: Men zal u haast leren, enz. Verg. Spreuk.6:13, en Spreuk.10:10. 33. Gelijk boven vs.7.